Dat Nederland verreweg het dichtst door bergeenden bevolkte land is, weet bijna niemand. Toch kent vrijwel iedereen deze grote, opvallend bonte eenden; zwart met wit op de rug, een glanzend groene kop met felrode snavel, en een witte borst en buik, met over de borst een vurige roodbruine dwarsband. Maar is die grote bergeend wel een eend? De Duitsers noemen hem toch niet voor niets ‘gans’? En waarom heet een vogel die voornamelijk aan de kust voorkomt bergeend? Wie gaf het dier zijn wonderlijke Latijnse naam Tadorna tadorna? Dit zijn allemaal vragen waar Albert Beintema het antwoord op kent. Net als in zijn bekroonde monografie over de grutto schrijft hij in De bergeend vol liefde en in detail over een voor Nederland iconische vogel. Een vogel waar het wél goed mee gaat, want in heel Europa zien we de laatste decennia een gestage toename, die te danken is aan steeds betere bescherming.