IJsselmonde, oudejaarsavond. Een vrouw valt uit haar flat op de auto van een vrijend paartje. Ze was de minnares van Carlo van Beuningen, direkteur van het slachthuis, die dood in haar flat wordt gevonden. Zijn vrouw Helga twijfelt aan de conclusie van de politie: moord en zelfmoord. Ze neemt de leiding van het slachthuis over en ondervindt dubieuze belangstelling voor haar en haar zaak. Bijvoorbeeld van Anton Krans, een keiharde veehandelaar, die echter merkt waarom Helga 'de bidsprinkhaan' genoemd wordt.
Inspecteur Ben van Arkel, die Helga's vermoeden onderzoekt, ontdekt dat er flink met hormonen wordt geknoeid in de veehandel.