Steeds meer organisaties, juist ook buiten de it, gaan deels of volledig met zelfsturende teams werken. Van managers wordt verwacht dat ze die transformatie vaak zelf in gang zetten en begeleiden, maar ze hebben eigenlijk geen idee wat hun rol nog is na die overgang. Doordat ze zelf vaak niet meeveranderen, vormen ze eerder een obstakel dan een motiverende factor. Dit boek is een parabel en vertelt het verhaal van Mark, een leidinggevende bij een grote organisatie die overschakelt op zelforganisatie. Tijdens een vakantie bezoekt hij zijn opa, die op een eiland woont. Zijn opa vertelt hem hoe hij zichzelf ooit heeft omgeschoold van herder naar imker en wat hij daarvan heeft geleerd. Deze lessen blijken ook van toepassing op de situatie van Mark, vaak beter dan hij in eerste instantie doorheeft. Na ieder gesprek met zijn opa reflecteert Mark op zijn eigen situatie. Het helpt hem een lijst te maken van de dingen die hij anders moet doen en de dingen waarmee hij moet stoppen. Zo komt Mark onder andere tot de ontdekking dat je het resultaat vaak moet oogsten, moet stoppen met operationele sturing en alleen de kaders moet bewaken. Anders dan makke schapen hoef je bijen niet te sturen, die weten precies wat ze moeten doen. Als manager hoef je alleen de belemmeringen weg te nemen en ideale omstandigheden te creëren. De crux is dus te ontmanagen en oude gewoontes af te leren. Dit boek vertelt je hoe. Ieder hoofdstuk eindigt met een overzicht van de belangrijkste inzichten en enkele praktische adviezen.