Het deel van de schat dat de aartsbisschop meenam, belandde in Deventer en leidde tot een langdurige diplomatieke kwestie. Een ander deel, waaronder de schrijn van Sint-Olav, bleef achter in Noorwegen. Ondertussen voerden Deense schepen Noors kerkzilver af naar Kopenhagen. Een van de schepen werd gekaapt door Hollanders, een ander schip zou zijn gezonken in het Trondheimfjord. Een jarenlange zoektocht in archieven en musea levert een verrassend verhaal op over ballingschap, diplomatie en Noors erfgoed in de Habsburgse Nederlanden aan het begin van de Reformatie.