Een geromantiseerde autobiografie, zo typeerde Jean Giono zijn Jean le Bleu (1932), waarin hij de herinneringen aan zijn jeugd in Manosque (Haute Provence) heeft geboekstaafd. Robuust en zintuiglijk roept Giono het grote ouderlijk huis op, met het donkere schoenlappersatelier van zijn vader boven, en beneden de lichte wasserij van zijn moeder, waar wasmeisjes rondfladderen die de jonge Jean niet onberoerd laten.