Voor het gesloten hek van de tuin stond iemand: een gedrongen gedaante met een grote hoed en een donkere jas. Hij stond onbeweeglijk naar het huis te kijken. Joost kon zijn gezicht niet zien en toch voelde hij een rilling langs zijn ruggengraat gaan. Hij legde een hand op de rug van Pijl en voelde dat de kat beefde. Dat is het begin van een geweldig avontuur. Joost moet een voetspoor volgen, tot aan de diepe vijver in het bos waar de Koning van de Onderwereld heerst. Gelukkig is hij niet alleen: zijn vriend Jan gaat mee. Ze ontmoeten Prins Ian, die een belofte aan de Koning moet inlossen. Wie is hij? En wat is zijn geheim?