Door wie wordt ons leven bepaald? Door onszelf, door onze geliefde, door onze kinderen? In zijn nieuwe dichtbundel De bloedplek gaat Paul Demets op zoek naar de genius loci: hij stelt vragen bij essentiële dingen als plaats en identiteit. De gedichten weerspiegelen de neuroses van onze samenleving, de moeizame communicatie, het kunstmatige idioom – en het plotseling alles ontwrichtende, dat tegelijk ook het bezield verband kan gaan vormen. Plaatsen worden plekken: preciezer, intiemer, warmer ook. Als een bloedplek. De gedichten in deze bundel zitten vol spannende paradoxen waartussen de lezer zijn eigen plaats moet zoeken.