Jonas Jonasson is terug met een onweerstaanbare schelmenroman over Algot Olsson, de zoon van een varkensboer, en een bonte verzameling mensen in de regio Småland in Värend, die zich stort op de mooie en hopelijk lucratieve kunst van het distilleren van brandewijn voor het welzijn van het Zweedse volk.
Zijn pad kruist keer op keer dat van de schuldbewuste en egoïstische graaf Bielkegren, diens harteloze en domme zoon de luitenant, en diens vrouw en dochter die Arabische volbloedpaarden en schoenen verzamelen.
Wanneer de graaf en zijn zoon zich uiteindelijk realiseren dat de brandewijn een behoorlijk lucratief handeltje is en denken dat ze Algot te slim af te kunnen zijn, worden ze een gemakkelijke prooi voor Algot en zijn vrienden, die nog wat appeltjes te schillen hebben met de edellieden.
Dit alles speelt zich af voor de ogen van een verbaasde en verontruste koning Oscar I, de tweede Bernadotte op de Zweedse troon.