Een brug in Albanië fungeert als verbinding tussen heden en verleden. In deze roman van Kadare worden fictie en werkelijkheid, legende en droom in een meeslepend verhaal samengevoegd. Het verhaal boeit niet alleen door de grote vertelkunst van de auteur, maar ook omdat het naar de wortels van het menselijk bestaan zoekt. Het bouwen van een brug over de rivier Oejane in Zuid-Albanië in het jaar 1377 symboliseert de band tussen het verleden en heden. De vreemdelingen die de brug bouwen, maken gebruik van een oude legende. Door misbruik van de legende wordt de brug een link met het kwaad, de Turkse overheersers die kort daarna het land overspoelen.
Kadare grijpt vaak naar de bronnen van de mondelinge poëzie van zijn volk. Zijn werk behandelt het probleem van interpretatie en zoekt naar de zuiverheid van de eeuwenoude wijsheid van de voorvaderen. Kadare werd destijds door het communistische regime genoopt bepaalde elementen uit zijn werk te verwijderen. Na zijn vertrek uit Albanië heeft hij een aantal boeken 'hersteld'.