De schrijver Arie Storm reist naar een afgelegen kasteel in Frankrijk om er, slechts een halve dag lang, een lezing te geven aan aspirant-schrijsters. De volgende dag zal hij weer thuis zijn. Het lijkt een droomschnabbel, maar is de katalysator die hem in een keten van enerverende, absurdistiche en beangstigende gebeurtenissen doet belanden. Heen en weer geslingerd tussen zijn Amsterdamse heden en zijn Haagse verleden, tussen dood en leven en fictie en werkelijkheid gaat hij op zoek naar authenticiteit.
De bruid en de kogel is een ambitieuze roman over publieke emoties en persoonlijk verdriet en over nostalgie zonder heimwee.