De burcht van Otranto (1764) van Horace Walpole, de eerste gothic novel, gaat over Manfred, heer van Otranto, een meedogenloze heerser die vastbesloten is een dynastie te stichten. Na de plotselinge, mysterieuze dood van zijn enige zoon Koenraad, die op de dag van zijn huwelijk wordt verpletterd door een uit de lucht vallende gigantische helm, wil Manfred van zijn vrouw Hippolita scheiden en trouwen met de vrouw die voor de ongelukkige jongeman was bestemd. De bruid Isabella vlucht weg van haar belager en ontmoet in de gewelven onder de burcht een edelmoedige jonge beschermer, Theodoor. Hij blijkt een boer te zijn, maar vertoont een opvallende gelijkenis met de oude Alfonso, die vóór Manfred over de streek heerste. Kort daarop wordt het kasteel bestookt door bovennatuurlijke fenomenen: er worden fragmenten van een reusachtige wapenrusting gevonden; een geschilderd portret stapt uit zijn lijst; een donderslag verwoest de burcht en een enorm gewapend spookbeeld van Alfonso rijst op uit de ruïnes. Het vertaal kent niettemin een happy end: de goeden worden beloond en de slechten gestraft.