Jeff Meeks ontmoet in een mistroostig casino in het Cherokee-reservaat Charls Crisp, een verlopen uitziende man die serveesters in de billen knijpt en uit een zelf meegebrachte fles drinkt. Meeks stemt ermee in om de dronken Crisp naar huis te rijden. Een dag later verneemt hij dat Crisp de jackpot van een loterij heeft gewonnen. Met het geld heeft hij zijn eigen dorp gesticht, het gehucht Charlsville, waar alle achtendertig inwoners ogenschijnlijk even gelukkig zijn.
Iedereen behalve Crisps dochter Cory. Zij biedt Meeks een genereus bedrag aan om op zoek te gaan naar haar broertje dat op zijn dertiende is verdwenen. Meeks besluit om haar te helpen, maar dat blijft niet zonder gevolgen. Nog dezelfde avond wordt hij voor dood achtergelaten in een kuil vol afval waar ratten hem belagen.
Vanaf dit moment is hij niet langer op zoek naar de verloren broer, maar richt hij zich vol overgave op een duister complot waarin de miljoenen van Charlsville centraal staan...