Een voormalig theologiestudent uit Kampen doet sinds enige maanden sociaal werk op de wallen om de mensen daar te profeteren over een betere wereld. Geen wonder dat veel jonge mensen, onder wie dieven, helers, hoeren, pooiers en een enkele drugsdealer, aan zijn lippen hangen. Ze noemen hem 'de profeet'. Maar aan woorden van de profeet alleen hebben ze niet genoeg, ze willen dat God hen bewijst dat Hij het goed met ze voor heeft. Een heel direct en tastbaar bewijs. Ze kopen een lot in de staatsloterij, en... ze winnen een prijs van vijftigduizend gulden! Als De Cock met Vledder, zijn assistent, de volgende dag nietsvermoedend een samenkomst van de profeet met zijn volgelingen wil bijwonen, wordt hij er eerst haast uitgezet. Na lang wachten met de volgelingen in de gelagkamer van het voormalige logement van Tante Marie, zijn ze er getuige van dat een jonge vrouw met wapperende haren binnenstormt en met overslaande stem schreeuwt: 'De profeet is dood.'