De Cock, met ceeooceekaa, is vermoeid: de hitte van de hondsdagen teistert hem. Hij legt Vledder uit dat de aanhoudende hitte van de hondsdagen bij sommigen de werking van hun hersenen van streek maakt. Tijdens deze weken dient een rechercheur dus extra alert te blijven. Na deze uitleg komt een man namens een goede vriendin de vermissing van haar echtgenoot melden. En slechts luttele uren daarna ontdekken ze het lijk van de vermiste man en in de kofferbak van diens auto zes kleine dode hondjes. Heeft De Cock voorspellende woorden gesproken? Het slachtoffer was een strijdbare dierenactivist. Wat kan het motief van de moordenaar zijn? Onenigheid of financieel wanbeheer binnen het bestuur van de Stichting? Boze hondenfokkers die zelf puppy's willen leveren voor vivisectie? Of ligt de oplossing in het liefdesnestje dat het slachtoffer in de tuin van het grachtenpand had laten bouwen? Tot tweemaal toe worden De Cock en Vledder met nog een lijk geconfronteerd en slechts door nuchter denkwerk weet De Cock een vierde slachtoffer te voorkomen. 'Moord is een vies bedrijf,' concludeert hij.