Het romandebuut van Georges Perec, De Condottiere, begint als een misdaadverhaal waarin schilderijenvervalser Gaspard Winckler zijn opdrachtgever Anatole Madera vermoordt. Via een zelf gegraven gang vlucht hij vervolgens uit het atelier, waar hij tevergeefs heeft geprobeerd een schilderij van Antonello da Messina te evenaren. Terloops krijgen we te horen over het trieste verleden van Winckler, zijn scholing als vervalser, zijn onderwerping aan het misdaadsyndicaat dat hem emplooi geeft en zijn tamelijk schimmige liefdesaffaires met twee vrouwen. Wanneer hij zich later verschanst bij zijn vriend Streten nemen de gesprekken met hem, cirkelend rond het misdrijf dat hij heeft gepleegd, bij vlagen de vorm aan van een verhoor.