Deli, tweede helft negentiende eeuw. De slavernij is officieel afgeschaft, maar in deze provincie op Oost-Sumatra ontstaat een nieuwe vorm van uitbuiting. Koloniaal geleide plantages rekruteren op grote schaal en op slinkse wijze zogeheten ‘contractarbeiders’ – ‘koelies’ in de volksmond. Formeel tekenden deze werknemers vrijwillig, maar in de praktijk waren ze volledig overgeleverd aan hun koloniale, witte, werkgevers. Waar de slavernij in de rest van de wereld op z’n retour was, bleef dit wrede Nederlandse systeem van lijfeigenschap tot de Tweede Wereldoorlog in gebruik.
Reggie Baay vertelt de nagenoeg onbekende geschiedenis van dit schrikbewind in met name de jaren 1920-1942. Aan de hand van koloniale en Indonesische bronnen geeft hij niet alleen een gezicht aan het grootschalig bedrog en de barbaarse mishandelingen, ook laat hij zien hoe de plantages haarden werden van verzet en een nieuw bewustzijn – en de rol die die speelden bij de aanloop naar de Indonesische onafhankelijkheid.