Op 16-jarige leeftijd is Cor zich sterk bewust van de sociale klasse waarin hij opgroeit. Hij heeft het gevoel in een claustrofobische cirkel te leven zonder enig doel. Hij werkt op een schuitenhelling waar hij dagelijks wordt geconfronteerd met olie, smeer en pek. Er vormt zich een bijna dwangmatig gedrag om op te klimmen in de hiërarchie. Door deze drive wacht hem een extreem zwaar leven en komt hij in gevaarlijke situaties terecht.