‘Moderne sprookjes voor volwassenen’ noemt Bernard Wesseling ze zelf. Een man verandert in een vrouw, een dichter wordt uit paniek geboren, een acteur vindt een nieuwe emotie uit, boze mannen, dertigers, dagen, aan elkaar geregend, Berlijn. En overal, zowel veraf als dichtbij, de dood. Melancholie wandelt door deze nieuwe gedichten, er wordt gepeinsd en teruggekeken, betreurd misschien ook wel. Maar dan is daar ook altijd weer de concrete, razende realiteit. Waarin autosleutels gezocht moeten worden, mooie vrouwen bewonderd en waarin de dag openligt als een ei in zijn gebroken schaal. Rauw en ref lectief.