Boekhandelaars waren volgens hem van alle mensen de meest beklagenswaardige omdat meer dan op wie ook op hen alle afschuwelijkheid en gemeenheid van de menselijke geschiedenis en alle hulpeloosheid en beklagenswaardigheid van de kunst drukte en zij altijd moesten vrezen dat ze door die antimenselijke last zouden worden doodgedrukt. De boekhandelaar die zijn zaak serieus neemt, is de meest beklagenswaardige van het hele menselijke geslacht, omdat hij dag in, dag uit en aan één stuk door wordt geconfronteerd met de absolute zinloosheid van wat er geschreven is en als geen tweede de wereld als hel beleeft, aldus Goldschmidt tegen Koller.