Elna en Vivi gaan samen op fietsvakantie door Zweden. Het is 1941, maar de oorlog lijkt ver weg. Ze zijn jong, vrij en onafhankelijk en hebben het gevoel dat de wereld aan hun voeten ligt. Ze noemen ze zichzelf 'De Daisy Sisters', alsof ze een Amerikaans zangduo zijn.
Maar dan worden ze op brute wijze ingehaald door de werkelijkheid: Elna wordt verkracht door een soldaat en krijgt na een mislukte abortus een dochter, Eivor. Elna moet niet alleen haar eigen idealen opgeven, maar merkt dat ook de dromen die ze voor haar dochter en later haar kleindochter koestert, niet zo gemakkelijk te verwezenlijken zijn.
Het leven is minder maakbaar dan gedacht, kinderen vervallen snel in dezelfde fouten als hun ouders, aan het keurslijf van afkomst en sekse blijkt ook in het moderne Zweden moeilijk te ontkomen. Toch bouwen Elna, Eivor en de andere vrouwen een bestaan op waarin ze naast hun rol van moeder, echtgenote en arbeidskracht, ook zichzelf kunnen zijn.