Al maandenlang leiden Symethra en Dalos een kleine ploeg op zoek naar aartsvijand Nyctoreth, de aanstichter van de ergste oorlog die Sogremenia in eeuwen gezien heeft. Wanneer ze een eenzame hoeve in de Zuidmark aandoen, vinden ze eindelijk een spoor dat naar hem zou kunnen leiden. Maar het is geen route zonder gevaar. De weg leidt door een donker bos waar de bewoners 's nachts vreemde geluiden horen en mensen spoorloos verdwijnen. Door een moeras waar vreemde lichten gezien zijn. Daarachter licht een dunbevolkte, afgezonderde streek, waar cynisme, corruptie en achterdocht hoogtij vieren. Terwijl de zoektocht vordert, merken ze dat ze langzaam steeds dichter bij Nyctoreth komen, maar ook dat de tijd dringt. Nyctoreth is namelijk allerminst van plan om zich gewonnen te geven en zint op wraak op het rijk waar hij uit gevlucht is. Zijn doel ligt buiten het Keizerrijk, in de bergen, waar een ruïne wacht. Een ruïne en een vloek. De vloek van de Dans der Doden.
