Straatsburg, 1518. Tijdens een verpletterend hete zomer begint een vrouw in haar eentje te dansen op het plein in de stad. Ze danst dagenlang, zonder te pauzeren, en als zich honderden andere vrouwen bij haar voegen, roepen de autoriteiten de noodtoestand uit. Muzikanten worden erbij gehaald om de duivel uit deze vrouwen te drijven.
Buiten de stad verzorgt de zwangere Lisbet, die met haar man en schoonmoeder in een huisje woont, haar bijenvolken. Wanneer de danskoorts een hoogtepunt bereikt, komt Lisbets schoonzus Nethe terug uit de bergen na zeven jaar boetedoening voor een misdaad waar niemand over wil praten, een geheimzinnig raadsel dat Lisbet besluit te ontrafelen.
Terwijl de stad bijna bezwijkt onder het gestamp van duizenden voeten, raakt Lisbet verwikkeld in een gevaarlijk web vol leugens en verboden passie, en danst ze op een gevaarlijke melodie.