Efraïm, kortweg Fima, is een 54-jarige Israëliër, die alles veel en veel beter weet dan de regering, er eindeloze tirades tegen af kan steken en trouwens graag woest tekeer gaat tegen elk onrecht waar ook ter wereld. Hij jaagt er zijn vrienden moeiteloos mee in de gordijnen. Een onmogelijke man. Maar hij is ook uiterst behulpzaam, trekt zich het lot van de behoeftigen aan, van de vrouwen, van de zoon van zijn ex-vrouw, tot wie hij nu eens een tedere en dan weer maniakaal woeste relatie onderhoudt. Het beeld dat Oz schetst van deze man uit onze dagen herkennen we moeiteloos in mensen om ons heen, en in onszelf.