De veertigjarige Brits-Jamaicaanse Gloria, een luidruchtige, vrolijke en zingende vrouw, woont noodgedwongen op een Londense psychiatrische afdeling. Op een dag komt er een nieuwe patiënt binnen. Deze andere zwarte vrouw, Merle, is angstig. Volgens het personeel is Merle opgenomen vanwege een inzinking, maar hun pogingen haar te helpen lijken Merle meer te schaden dan te genezen. Gloria is de enige die Merle echt ziet en tussen de twee vrouwen ontwikkelt zich langzaam maar zeker een bijzondere vriendschap. In deze ontroerende weergave van mentale gezondheid creëert Roy een treffend portret van twee vrouwen die kracht vinden in hun gedeelde kwetsbaarheid, terwijl ze moeten navigeren door een systeem dat hen niet beschermt.