`Ik heb van kindsbeen af één ding over mezelf geweten: ik ben de dochter van de minnares. Mijn moeder was jong en alleenstaand, mijn vader ouder en getrouwd, en hij had kinderen. Toen ik in december 1961 werd geboren, belde een advocaat mijn adoptieouders op en zei: Uw pakje is gearriveerd en er zit een roze strik omheen. Wanneer A.M. Homes in 1992 naar haar ouderlijk huis gaat om met haar familie kerst te vieren, krijgt ze de schrik van haar leven: haar biologische moeder heeft gebeld. A.M. Homes was al voor haar geboorte geadopteerd en nu, na eenendertig jaar stilte, zoekt de vrouw die haar het leven geschonken heeft contact. Na lang aarzelen spreekt A.M. Homes met haar af. In De dochter van de minnares vertelt ze met meedogenloze precisie over haar ontmoeting met haar biologische ouders en de moeizame, bizarre relatie die ontstaat. Langzaamaan past ze de teruggevonden stukjes van haar verleden in elkaar en dat levert een confronterend en soms pijnlijk portret op. Met haar virtuoze talent weet Homes zelfs haar eigen leven te vertalen naar een geestig, markant en diep ontroerend literair meesterwerk.