In Leuven worden op enkele dagen tijd twee mannen in hun woning door een inbreker neergeslagen: een boekenverzamelaar met een zwaar boek, een kunsthandelaar met een bronzen kunstwerk. Beide mannen bezwijken aan hun verwonding; telkens verdwijnt er iets waardevols. Hoofdinspecteur Thomas Berg ontdekt dat er in de twee gevallen een verwijzing naar een plaatselijke, folkloristische figuur werd achtergelaten die niets met de overvallen lijkt te maken te hebben. Hij is ervan overtuigd dat de inbraken gelinkt zijn, maar zijn team denkt daar anders over. En dan valt een derde slachtoffer, iemand die Berg kent, waardoor hij persoonlijk bij de zaak wordt betrokken en het emotioneel erg moeilijk krijgt. Tot overmaat van ramp treffen Berg en zijn team opnieuw een soortgelijke, mysterieuze verwijzing bij het lijk aan.