`Laat ze elkaar maar afmaken, klonk het lange tijd cynisch na iedere liquidatie. Tot frustratie van de Nederlandse opsporingsdiensten die zelden tot nooit een huurmoord oplosten. Maar nu, in het recente proces tegen vermeende hitmen en hun opdrachtgevers, claimt het openbaar ministerie succes. Met kroongetuige Peter la Serpe heeft het OM een ogenschijnlijk sterke troef in handen. Hij verklaart onder meer over de moorden op hasjhandelaar Kees Houtman, voetbalmecenas Nedim Imac en kroegbaas Thomas van der Bijl. La Serpe noemt daarbij namen uit alle geledingen van de onderwereld: van opdrachtgevers als Dino S., via `moordmakelaars als Fred R., tot wapenleveranciers als Sjaak B. Grote en kleine jongens, volgens de kroongetuige allen bekend met de mores van het betaald doden. Met Peter la Serpe begeeft justitie zich op glad ijs, want de getuige is zelf ook moordverdachte. Hoe betrouwbaar zijn z n woorden? Welke rol speelde hijzelf? Wat zijn z n belangen? Houdt het verhaal van de voormalig drank- en drugsverslaafde stand voor de rechter? De advocaten ruiken bloed en zien omissies, onvolkomenheden en zelfs flagrante leugens in zijn vele verklaringen. Vrij Nederland-journalisten Marian Husken en Harry Lensink spraken met betrokkenen, lazen het metersdikke dossier en fileerden de woorden van de kroongetuige. In De dodenlijst zetten ze de hoofdrolspelers - verdachten, slachtoffers, getuigen, vriendinnen, raadslieden, aanklagers en rechters - op een rij. Het resultaat is een handzaam Wie is wie? bij een moordproces zonder precedent.