Tijdens de dagelijkse boswandeling met haar hond stuit Vesta Gul op een handgeschreven briefje. Er staat: ‘Haar naam was Magda. Niemand zal ooit weten wie haar heeft vermoord. Ik was het niet. Hier is haar lichaam.’ Vesta is van streek, ze is pasgeleden, na de dood van haar man, naar deze omgeving verhuisd en kent nog vrijwel niemand in de buurt. En ze is altijd al een beetje in de war. Het briefje wordt een obsessie en ze richt zich volledig op deze onbekende vrouw: wie was zij en waarom moest zij dood?
Tijdens haar zoektocht wordt het mysterie alleen maar groter en beginnen realiteit en fantasie door elkaar heen te lopen. Dit leidt ertoe dat Vesta ook het duistere verleden met haar man onder ogen moet komen.
De dood in haar handen is een meesterlijke combinatie van suspense, horror en gitzwarte komedie en Vesta is een onvergetelijke onbetrouwbare verteller. Na Eileen en Mijn jaar van rust en kalmte slaat Ottessa Moshfegh opnieuw toe met een uiterst originele, stilistisch ijzersterke roman.