Wanneer Aslan zijn vriend Soeliman de barbier om raad vraagt, vertelt die hem over het Arabische koffiehuis - verboden terrein voor joden, op de grens tussen het christelijke en moslim-kwartier. Hier, in dit donkere boudoir van verderf, ontmoet Aslan opnieuw Oem Djihan en ontdekt dat 'zij' een travestiet is. Verward en wanhopig geeft Aslan zich over aan een monnik - met desastreuze gevolgen. Wat volgt is een zinnelijk en dramatisch verhaal vol verraad, bedrog en schaamte.
De dood van een monnik is een historische roman gebaseerd op de zogenoemde 'Damascus-affaire' van 1840, toen een aantal joden het bloed van niet-joden zou hebben verwerkt in hun rituele paasmaaltijd. Een mythe die sindsdien het 'bloedsprookje' wordt genoemd.