Drie Dordtse mannen van de politieke politie groeiden uit tot beruchte handlangers van de bezetter. Een van hen, Harry Evers, zou een dubbelspel hebben gespeeld. Terwijl hij in diverse kringen bekend stond als een fanatiek Jodenjager en oorlogsmisdadiger, zou Evers op ingenieuze wijze hebben samengewerkt met de top van de illegaliteit.
Omdat deze top Evers tot het bittere einde steunde, kon hij na de bevrijding schijnbaar moeiteloos het uniform van de Binnenlandse Strijdkrachten aantrekken. Hij werd zelfs hoofd van het plaatselijke Bureau Nationale Veiligheid, terwijl zijn directe collega’s in interneringskampen werden opgesloten.
De verschillende groepen binnen de Dordtse illegaliteit raakten tot op het bot verdeeld. Al tijdens de bezetting en ook daarna zou een blijvende en onoverbrugbare kloof ontstaan.
Fragment: Tijdens de laatste maanden voor de bevrijding bereikten het verraad en de terreur een ongekend hoogtepunt. Honger maakte de mensen murw, terwijl vijf jaar nazipropaganda in vele zielen vergif had gespoten. NSB’ers, provocateurs, SS’ers en verdere meelopers zagen de eindcatastrofe naderen en gingen zich gedragen als desperado’s die niets meer te verliezen hadden of werden plotseling fanatieke verzetsstrijders.
Frank van Riet toont met De Dordtse affaire aan dat er nog altijd sprake is van een open wond die, zelfs na vele jaren, niet wil helen. Hij komt met opzienbarende ontdekkingen en conclusies over verzet, vervolging en verraad in en buiten Dordrecht.
Frank van Riet (1964) schreef eerder o.a. De bewakers van Westerbork en Handhaven onder de Nieuwe Orde. Dit boek werd genomineerd voor de mr. J. Dutilhprijs.