‘De kwintessens van literatuur.’ – Bücher Magazin Het broeit in de straten van New York. Antisemitische en racistische groeperingen wedijveren om de sympathie van de massa en Duitse nationalisten bewieroken Hitler als dé man. Voor de teruggetrokken Josef Klein is Harlem zijn wereld, jazz zijn muziek – en hij is een hartstochtelijk amateur radio-ontvanger. Zijn technische vaardigheden trekken de aandacht van invloedrijke mannen en voor hij het doorheeft is hij een radartje in een Duits spionagenetwerk. Jaren later voert zijn weg naar zijn broer en zijn gezin in naoorlogs Duitsland, en naar Zuid-Amerika, waar hem lang na de gebeurtenissen een poststuk uit Neuss bereikt met daarin een journalistieke reportage over de inzet van de Duitse geheime dienst in Amerika. Aan de basis van De drie levens van Josef Klein ligt een stapeltje correspondentie tussen Ulla Lenzes oudoom Josef Klein en zijn broer Carl Klein. Het resultaat is een prachtig melancholisch portret van de familie Klein. En het is onmogelijk niet te zien hoezeer het politieke klimaat van radicalisering, nepnieuws en racisme van die jaren zijn echo lijkt te hebben in de Verenigde Staten van nu. ‘Het enge van De drie levens van Josef Klein is een actualiteit, die echter nergens duidelijk tentoon wordt gesteld. (…) De roman seint de tekenen van het verleden in morseschrift door naar het heden. In de ether van het politieke blijft alles voor altijd bestaan. Van Josef Klein is een bundel brieven bewaard gebleven die hij zijn broer had geschreven. En nu is er een complete, uiterst gevoelige roman over een mens die niet veel gevoelens kende. Op één na: het vitale gevoel te kunnen verdwijnen.’ – Neue Zürcher Zeitung [binnenflap voor] fragment Neuss, juni 1949 Josef zet zijn reistas neer op een stoel en merkt dat Carls blik zijn hand volgt. ‘Meer heb je niet?’ ‘Alleen dit hier.’ Omdat Carl niets meer zegt, tilt Josef de tas nog eens op en durft hem dit keer niet weer neer te zetten. Carl neemt de tas van hem over en brengt hem naar de aangrenzende kamer, een soort salon: bruinfluwelen gordijnen, donkere stijlmeubelen, landschapsschilderijen in olieverf, behang met theatraal druppelpatroon. ‘Dat hebben we allemaal door de oorlog weten te krijgen,’ helpt Carl een handje, want Josef zwijgt, hij krijgt geen lof over zijn lippen. Hij voelt een vage pijn opkomen en verzet zich ertegen. ‘Kom,’ zegt Carl zacht. ‘Jij slaapt in de kleine kamer achterin.’ [binnenflap achter] ‘Een politiek boek dat tijdloze vragen stelt over een apolitiek mens.’ – Blick ‘Lenze legt zichzelf net zo weinig vast als haar held dat doet. Ze vertelt, in plaats van te oordelen en te moraliseren. Zo creëert ze de ruimte waarin haar personages levendig kunnen worden en verandert dat deel van haar familiegeschiedenis in literatuur.’ – Süddeutsche Zeitung ‘Ulla Lenze voegt op meesterlijke wijze familiegeschiedenis en historische gebeurtenissen samen, ze schrijft briljant, laconiek en tegelijkertijd meeslepend over een vriendelijke man, die zich schuldig maakt omdat hij wegduikt.’ – WDR ‘Historisch is de roman interessant en dat je bij het lezen weet dat hij gebaseerd is op feiten, ondersteunt de spanning. (…) Maar het is vooral een goede roman om hoe Ulla Lenze vertelt. Niet als thriller, maar als een boek over de herinnering van een man die zich voor zichzelf verstopt.’ – taz ‘Ik was zo onder de indruk van de romanconstructie, van de collage van diverse momenten en plekken, de perfect georkestreerde wissel tussen de voor- en naoorlogse jaren, New York, Neuss en Costa Rica (…). Zó, dacht ik, precies zó, moet je schrijven. De kwintessens van literatuur.’ – Bücher Magazin