Op een dag dient Hannes Wageneer, een 64-jarige man, zich aan bij de politie van Leuven. Hij vertelt hoofdinspecteur Thomas Berg dat zijn ex-partner, de beroemde toneelacteur Elias Wullaert, door zijn nieuwe, veel jongere vriend Lenard Degraaf van de trap is geduwd in het antieke theater van Epidauros. Het motief voor de moord ligt voor de hand: Wullaert was steenrijk.
De Griekse politie is van oordeel dat het om een ongeluk gaat, maar Wageneer heeft een aan Wullaert gerichte ansichtkaart gevonden met daarop één woord dat in drie delen is gesplitst: LA-FA-ARD! Volgens Wageneer wijst de beschuldiging erop dat zijn ex-vriend wel degelijk is vermoord.
Berg hecht geen geloof aan het verhaal, maar als blijkt dat Degraaf in Wullaerts testament staat moet hij de zaak wel onderzoeken. Aanwijzingen van kwaad opzet zijn evenwel niet te vinden. Tot er in Leuven een tweede slachtoffer valt en Berg de ware betekenis van het woord LA-FA-ARD achterhaalt. Wat volgt, is een bizar en zenuwslopend onderzoek dat tot verbijsterende resultaten leidt.
De Griekse politie is van oordeel dat het om een ongeluk gaat, maar Wageneer heeft een aan Wullaert gerichte ansichtkaart gevonden met daarop één woord dat in drie delen is gesplitst: LA-FA-ARD! Volgens Wageneer wijst de beschuldiging erop dat zijn ex-vriend wel degelijk is vermoord.
Berg hecht geen geloof aan het verhaal, maar als blijkt dat Degraaf in Wullaerts testament staat moet hij de zaak wel onderzoeken. Aanwijzingen van kwaad opzet zijn evenwel niet te vinden. Tot er in Leuven een tweede slachtoffer valt en Berg de ware betekenis van het woord LA-FA-ARD achterhaalt. Wat volgt, is een bizar en zenuwslopend onderzoek dat tot verbijsterende resultaten leidt.