In 'De Dikke Daniëls' (2022) schreef Wim Daniëls over een groot aantal facetten van de Nederlandse taal: over de geschiedenis ervan, het spel dat met de taal mogelijk is, bijzondere woorden en uitdrukkingen, enzovoort. Nu is er ook 'De Dunne Daniëls', waarin hij bondig alle regels uit de doeken doet op het gebied van spelling, leestekens, woordkeuze en zinsbouw. Is het wie of wat schetst mijn verbazing? Hoe weet je of de spelling geschrobd of geschrobt moet zijn? Wat is een meewerkend voorwerp? En wat is eigenlijk de functie van een puntkomma? 'De Dunne Daniëls' is er voor iedereen die de precieze taalregels niet meer weet of ze nooit eerder geleerd heeft. Het boek is, zoals we van Wim Daniëls gewend zijn, heel toegankelijk geschreven en geschikt voor lezers met een uiteenlopend taalniveau en van verschillende leeftijden. Wie eindelijk eens wil weten hoe het zit met de regels van het Nederlands vindt in 'De Dunne Daniëls' een handzaam houvast.