Deze bijzonder intrigerende roman van dichter, performer en schrijver Daniël Dee gaat over de uiterste randen van existentie en de strijd om te overleven. Het boek werpt daarbij een cynische blik op het leven van hedendaagse jonge gezinnen in de stad. Uiteindelijk wordt de man verteerd door gemis. Hij vraagt zich af wat de waarde van alles is als je in je eentje bent.
Dit is het eerste boek van een Rotterdams tweeluik. Deel 2 wordt De geschiedenis van Marthe. Beide romans spelen zeer herkenbaar in Rotterdam en beide romans hebben een eenling als hoofdpersoon met een hoofd vol levensvragen.