In De economie van goed en kwaad bekijkt Sedlácek zijn vakgebied door een volstrekt nieuwe bril en daagt hij ons uit tot een volstrekt nieuwe kijk op de wereld. De economie is een wetenschap, een waardevrij wiskundig onderzoek, wordt vaak beweerd. Maar voor Sedlácek is de economie iets van onze cultuur, een product van onze beschaving. ‘Zelfs het meest doorwrochte wiskundige model,’ zegt hij, ‘is op de keper beschouwd een verhaal, een parabel, onze poging om de wereld waarin wij leven op een rationele manier te doorgronden.’
Om de overtuigingen die ten grondslag liggen aan de economie te begrijpen, stapt hij over de gebruikelijke piketpaaltjes rond het vakgebied heen en vindt economie in mythen, religie, theologie, filosofie, psychologie, literatuur en film. Hij kijkt naar het Gilgamesj-epos en het Oude Testament en naar het ontstaan van het christendom, naar zowel Descartes als Adam Smith en de consumptiedrang van de Fight Club. In zijn spannende, postmoderne stijl stelt hij prangende ‘meta-economische’ vragen over niets minder dan de ziel van de economie.
In wat kenners beschouwen als een indrukwekkende stap voorwaarts in de ‘humanomie’ stelt Sedlácek de wijsheid van filosofen en dichters boven de strikte wiskundige modellen van het menselijk handelen. Met zijn baanbrekende benadering verandert hij onze manier van denken over de economie en de manier waarop wij economische waarde berekenen.