In 1763 verscheen in Amsterdam de satirische novelle De edelman, het in het diepste geheim en in het Frans geschreven debuut van Belle van Zuylen (1740-1805). Deze mijlpaal in de Nederlandse literatuur bevat, hoe kort ook, een schitterende aanval van de destijds 23-jarige Isabelle van Tuyll van Serooskerken, zoals Belle officieel heette, op haar eigen milieu: de adel. Toen het geheim uitkwam, slaagde haar woedende vader erin de hele oplage op te kopen en te vernietigen. Op drie exemplaren na. Zijn toorn moet gewekt zijn door de onvergetelijke scène waarin een jonkvrouw die zich schaken laat, langs een touw uit haar raam klimt maar van tevoren voor het maken van een zachte landing een laagje schilderijen op de grond heeft laten vieren: familieportretten van haar voorvaderen.
In 2013 was het 250 jaar geleden dat De edelman verscheen. Tijd voor een nieuwe, sprankelende vertaling, van de hand van Rosalien van Witsen, maar niet zonder een prachtig begeleidend stuk, speciaal voor deze feestelijke gelegenheid geschreven door Nelleke Noordervliet (1945), sinds jaar en dag kritisch bewonderaarster van Belle van Zuylens werk.
In 2013 was het 250 jaar geleden dat De edelman verscheen. Tijd voor een nieuwe, sprankelende vertaling, van de hand van Rosalien van Witsen, maar niet zonder een prachtig begeleidend stuk, speciaal voor deze feestelijke gelegenheid geschreven door Nelleke Noordervliet (1945), sinds jaar en dag kritisch bewonderaarster van Belle van Zuylens werk.