Hoe kan een stabiele brug wiebelen? Hoe kunnen biljoenen dollars zomaar in het niets oplossen? Hoe kan het dat een sportklasje zich in de kelder van een flatgebouw op Snaps jarennegentighit ‘I’ve Got The Power’ in het zweet werkt en daarmee dat hele gebouw laat schudden? Het antwoord op die vragen is wiskunde. Of, om precies te zijn, wat er gebeurt als wiskunde misgaat. Wiskunde vormt de basis voor ons moderne leven: computerprogramma’s, het internet, banken, bouwkunde, big data, verkiezingen… Overal zitten wiskundige formules achter. En meestal werkt wiskunde stilletjes achter de schermen – totdat er fouten worden gemaakt. In De eenzaamheid van pi verkent en verklaart Matt Parker een eindeloze reeks bizarre wiskundige missers en (net-niet-) ongelukken. Het resultaat is een vrolijk en vlot geschreven boek over de stuntelende mens die met wiskunde moet omgaan; een boek dat zelfs bij de grootste wiskundeleek de liefde voor algoritmes zal doen oplaaien.