In 'De eerste trein naar Berlijn' bezoekt de verwende, jonge Amerikaanse journaliste Maud samen met haar oom Duitsland alwaar ze verstrikt raakt in de verwarring van het naoorlogse leven. Meteen bij de eerste zin, 'Het was puur toeval dat ik Duitsland bezocht', valt de laconieke toon en de naïviteit van de verteller op. Maud ontmoet Russen en Engelsen, observeert haar Amerikaanse collega's en Duitsers van verschillende politieke signatuur, die het soms maar wát vervelend vinden dat Hitler er niet meer is. Tegelijkertijd schetst ze de pogingen van geallieerden uit Oost en West – verblind door hun eigen belangen – om een Duitse maatschappij op te bouwen die overeenstemt met hun eigen ideeën.