Toen Charlie Chaplin begin 1914 zijn camera voor het eerst op de wereld richtte, had hij geen idee wat hij van de moderne tijd kon verwachten. Alles ging razendsnel. Binnen een jaar was hij de beroemdste man ter wereld. Maar de nieuwe tijd had ook een andere kant. In de voortdenderende twintigste eeuw belandde de tramp onherroepelijk in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, moest hij zich met veel fantasie staande houden in het door de Grote Depressie getroffen Amerika en kwam hij oog in oog te staan met Adolf Hitler. Voor Chaplin er erg in had, was hij zelf een icoon van de moderne tijd geworden.
Matthijs de Ridder vertelt op sprankelende wijze over een tijdperk vol slapstick en drama. Aan de hand van nieuwe bronnen werpt hij een frisse blik op het leven en werk van Chaplin. Tegelijkertijd is De eeuw van Charlie Chaplin een opmerkelijke cultuurgeschiedenis van de moderne tijd die tot de dag van vandaag onze kijk op de wereld bepaalt.