Over de hele breedte van de muur zijn gifgroene letters opgelicht. Met elke tel zwelt het groen feller aan totdat het een zachte gloed de ruimte in werpt en nalaat op op onze gezichten. Ik lees de woorden op de muur één, tien, honderd keer, maar ze krijgen geen betekenis in mijn hoofd.
ELIMINEER DE HELFT OM DE ANDEREN TE LATEN LEVEN.
Ik kijk naar de andere personen en voel mijn huid in een harnas veranderen. Ik kan niet dood. Ik mag niet dood. Ik heb nauwelijks geleefd.
Wanneer de zestienjarige Chleo van Doren wakker wordt in een vochtige garage weet ze meteen dat het mis is. Ze is opgesloten met negen anderen, waaronder een junk, een oude man in een rolstoel en een baby. Elimineer de helft om de anderen te laten leven, luidt de boodschap. Maar hoe overtuig je anderen ervan dat je de moeite waard bent, als je dat zelf eigenlijk niet vindt?