Er vindt een schisma plaats in de Katholieke Kerk: in Napels vestigt zich tegenpaus Lucius IV, over wie duistere geruchten circuleren en die uit het noorden van Toscane zou komen. Daar, in het gebied van de Etrusken, de oorspronkelijke bewoners van Italië, wil journaliste Elena Vida zijn verleden onderzoeken. En daarbij stuit ze, in het bergdorpje Borgo San Pietro, op mensen met magische krachten.
Tegelijkertijd krijgt haar vriend Alexander Rosin, die uit de Zwitserse Garde gestapt is en nu ook voor de krant werkt, het verzoek van paus Custos om met de Romeinse politie naar