Het is 1952. De achtjarige Luke Chandler groeit op in Black Oak, een klein gehucht in Arkansas, waar de boerenbevolking het hoofd boven water probeert te houden met de katoenteelt. Het is een hard bestaan en de kleine Luke moet al snel meehelpen als op de velden van zijn ouders en grootouders - erfpachters, zoals de meesten - de katoen rijp is om geplukt te worden. Oogsttijd betekent het einde van de rust in Black Oak, dan overstromen de seizoenarbeiders het gehucht. Ze komen elk jaar weer, op zoek naar werk: de mensen uit de heuvels en de Mexicanen. Ook de Chandlers hebben de hulp van deze vreemdelingen hard nodig: op hun boerderij bieden zij de familie Spruill en een aantal jonge Mexicaanse mannen een tijdelijk onderkomen in ruil voor mankracht. De komst van de vreemdelingen naar Black Oak verloopt niet zonder problemen. Elk jaar lopen de spanningen tussen de lokale bevolking en de 'buitenstaanders' op en zijn er knokpartijen, waar niemand eigenlijk nog van opkijkt. Maar dit keer loopt de zaak goed uit de hand. En Luke Chandler is er tegen wil en dank bij betrokken. Hij is namelijk de enige getuige van een vechtpartij met dodelijke afloop...