Wessel te Gussinklo was nog maar net tweeëntwintig geworden toen hij in februari 1963 aan De expeditie begon. Drie maanden later was het boek af. Nu, bijna zestig jaar later, verschijnt het voor het eerst in druk.
Ronald, de hoofdfiguur, legt zijn beeld van de volmaakte vrouw dwingend op aan Mirjam, zijn liefde, maar zij volgt tot zijn woede en frustratie geheel haar eigen belangen. Dit verlangen naar het complete samenvallen, de volmaakte symbiose met de ander en de falende dialoog met het bestaan zijn terugkerende thema's in al zijn latere romans. Een verhaal als een vlam, met een absurdistische wending, feller van toon dan zijn latere werk, maar hier op zijn tweeëntwintigste als schrijver al op volle kracht aanwezig.
De expeditie wordt in deze uitgave gevolgd door Het meesterwerk: het even ironische als pijnlijke autobiografische verslag vanaf het voltooien van De expeditie in 1963 tot aan de uiteindelijke publicatie van De verboden tuin in 1986. Een verhaal van hellevaart en opstanding over de aanvankelijk mislukte pogingen schrijvend voortgang te vinden, en over de eigen, vaak hilarische, stommiteiten bij het vergeefse zoeken naar een uitgever.