De Joodse Jakow Bok verlaat zijn geboortedorp om in Kiev werk te zoeken. Hij is de 'fikser' van kleine karweitjes, met weinig kans om verder te komen in de wereld. Na zijn aankomst wordt in Kiev een Russisch jongetje om het leven gebracht, en via pamfletten beschuldigt de geheimzinnige organisatie 'Zwarte Honderd' de Joden van de rituele moord. Jakow Bok wordt gearresteerd en brengt in afwachting van zijn proces twee jaar in de gevangenis door, waar hij wordt vernederd en mishandeld. Maar hij geeft niet toe en houdt zijn onschuld hardnekkig vol. Zijn triomf over de haast ongelooflijke wreedheid maakt hem tot moraalridder. In deze immer actuele roman toont de literaire gigant Malamud de vastbeslotenheid en de wil om te overleven, ondanks de bedreiging met vernietiging.