Tijdens de bezetting voerde het Belgische bestuursapparaat een politiek van samenwerking met de Duitse bezetter. Deze 'politiek van het minste kwaad' leidde tot soms verregaande vormen van bestuurlijke collaboratie. Over een beoordeling van deze politiek bestaan tot op vandaag hevige discussies. Dit boek is een basiswerk voor wie inzicht wil krijgen in de bestuurlijke collaboratie van de verschillende Belgische overheden tijdens de bezetting: de ministeries, de provincies en gemeenten, de ordediensten en magistratuur, de verschillende collaborerende 'Nieuwe Orde'-instellingen... De Führerstaat is in dat opzicht een onmisbaar synthesewerk. Daarnaast stelt het boek de visie van de 'politiek van het minste kwaad' grondig bij. Het maakt duidelijk dat het Belgische bestuur in 1940 immers overtuigd meestapte in de Nieuwe Orde. Pas toen de bezetting kantelde, wijzigde deze houding. Maar tegen die tijd kon de schade niet meer worden hersteld... Na de oorlog vond men in dat snelle afglijden van de Belgische democratie naar het autoritaire bestuur geen graten. Er was integendeel veel begrip voor de 'patriottische' politiek van het minste kwaad. Dat leidde tot de repressie zoals we die hebben gekend...