Vader Driss probeert het goede voorbeeld te geven, maar gaat gebukt onder een geheimzinnige last uit het verleden. Hij blijft erbij dat de jongens blij moeten zijn dat ze in Nederland wonen, terwijl Redouan en Fadil zich vaak in het nauw gedreven en miskend voelen. Religie houdt hen sterk bezig.
De mooie dochter van een bevriende familie brengt de hoofden van de broers op hol. Hun onderlinge rivaliteit, hun botsende karakters en de verwarrende strenge normen waar ze zich aan moeten houden, drijven hen ten slotte uit elkaar, met noodlottige gevolgen. Vader Driss kan slechts machteloos toezien.
Een explosief en actueel boek, van binnenuit geschreven.