Ooit werden er geheime woorden gesproken door Jezus, onder ander tegen Thomas, zijn tweelingbroer. Met die woorden begint dit boek. Bijna twintig eeuwen zijn deze woorden onbekend gebleven en met een aantal grotendeels gnostische teksten begraven geweest in het Egyptische Nijlzand bij Nag Hammadi. De vondst ervan laat ons een oorspronkelijke Jezus zien en werpt een geheel ander licht op de vroege geschiedenis van het christendom. Soms moest Jezus wel in het geheim spreken omdat velen nog niet rijp waren om die woorden te verstaan. Steeds meer groeit het besef dat de inhoud van de vele gnostische openbaringen eigenlijk volkomen tijdloos zijn en vandaag de dag nog net zo actueel als bijvoorbeeld tweeduizend jaar geleden. Werkelijke gnosis voert tot een levenshouding: een levenshouding die de mens in staat stelt om over de enge grenzen van het uiterlijk zichtbare heen te kijken en daardoor leergezag en dogma's te overstijgen. Gnosis brengt de mens bij zichzelf en van daaruit weer bij de wereld rondom hem. Dat was vijfentwintig eeuwen geleden het geval en dat lijkt nog steeds zo. Aan deze rijke traditie wordt in dit boek aandacht geschonken.