In deze historische roman is de Estlandse edelman Timotheus von Bock hoofdpersoon en titelheld. Hij leefde van 1787 tot aan zijn geheimzinnige dood in 1836. Hij trouwde uit liefde met een boerendochter. Als vriend van de tsaar schreef hij hem een openhartige brief over het corrupte regime, de negatieve gevolgen van de ondergeschikte positie van de boeren en de negatieve rol van de tsaren hierin. Vanwege deze brief wordt hij gevangen genomen en gek verklaard.