De Engelse Susan Travers was liever een jongen geweest en droomt al vroeg van een leven vol avontuur. Ze kan niet wachten tot ze het welgestelde milieu waarin ze opgroeit kan ontvluchten.
Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt meldt ze zich aan het front, waar ze eerst als verpleegster en ambulancechauffeur werkt. Later sluit ze zich in Noord-Afrika aan bij het Vreemdelingenlegioen, dat tot die tijd alleen maar mannen toeliet. Ze is helemaal op haar plaats in het gezelschap van stoere mannen, in de verzengende hitte van de woestijn, waar alleen nog maar het overleven telt.
Susan wordt de chauffeur van een belangrijke bevelhebber, kolonel Koenig. Tijdens de vaak levensgevaarlijke ritten langs de linies bloeit er een passionele relatie tussen hen op. Een liefde die koste wat kost geheim moet blijven, omdat de kolonel getrouwd is. Tijdens een grote veldslag stelt ze haar leven voor hem in de waagschaal. Aan hun relatie komt echter abrupt een eind als de kolonel naar Frankrijk terugkeert.