Frankrijk in de jaren 20. Dario Asfar komt naar Frankrijk in de hoop op een beter leven. Zijn sombere jeugd en het gevoel van mislukking en maatschappelijk schaamte leiden tot zijn obsessie voor geld. De half-Griekse, half-Italiaanse arts raakt echter verstrikt in schulden, en hij en zijn gezin lijden honger. De xenofobe, benepen maatschappij kijkt de vluchtelingen met de nek aan.
Zijn wanhoop drijft hem tot een aantal misstappen. Een sluwe charlatan wordt hij, een regelrechte oplichter die, als goeroe van de psychoanalyse, heel mondain Parijs aan zijn voeten krijgt.
Zijn gezin vervreemdt van hem en zijn zoon verliest alle achting voor zijn vader.
Irène Némirovsky (Kiev, 1903-1942) woonde pas tien jaar in Frankrijk toen ze op zesentwintigjarige leeftijd het manuscript van David Golder naar de Franse uitgever Bernard Grasset stuurde. De roman werd gepubliceerd en oogstte meteen een enorm succes. Némirovsky's literaire carrière werd echter bruut afgebroken door de inval van de nazi's in Frankrijk. Toen ze in 1942 als statenloze joodse werd weggevoerd, lukte het Irène nog net het manuscript van Storm in juni aan haar dochtertje Denise te geven. Die gaf op haar vierenzeventigste toestemming voor publicatie. Storm in juni stond vervolgens maandenlang op de bestsellerlijst en er werden meer dan 400.000 exemplaren van verkocht in Frankrijk. Ook in Nederland werd de roman een groot succes. Némirovsky kreeg postuum de Prix Renaudot.